Het fruitteeltlandschap is uniek binnen Vlaanderen. De lokale gemeenschap creëerde een culinaire streekidentiteit met talloze fruitsoorten, waaronder oude, lokale rassen. Deze worden verwerkt tot stroop, confituur, fruitsap, wijn, cider, fruitjenever en de befaamde Limburgse vlaai. De kwaliteitsvolle horeca biedt dit lekkers uit eigen streek maar al te graag aan, maar ook producenten verkopen rechtstreeks aan de consument, via boerenmarkten, hoevewinkeltjes en fruitautomaten. Ook het hoevetoerisme en de vele bloesemactiviteiten vallen bij zowel bewoners als toeristen in de smaak. De vele toeristen, met een piek tijdens het bloesemseizoen, betekenen een belangrijke vorm van inkomsten voor talloze lokale ondernemers. 

Het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, de gemeenten en hun partners ontsluiten het landschap zoveel mogelijk voor toeristen en recreanten. Het is echter belangrijk om hierbij rekening te houden met de draagkracht van het landschap en de streekbewoners. Het voormalige fruitspoor staat, samen met andere relicten zoals de Stoomstroopfabriek in Borgloon en de vele hoogstamboomgaarden, symbool voor het rijke fruitverleden. Wandelaars en fietsers gebruiken het tracé momenteel al, maar het is de bedoeling om het voormalig fruitspoor verder uit te bouwen om de beleving van terroir Haspengouw op een duurzame manier te verdiepen. 

Haspengouw is een voedsellandschap, maar de landbouwers ontpoppen zich ook meer en meer tot ‘landschapbouwers’ waarmee ze de kwetsbare natuur op en rond hun velden beschermen.